Nieuwsgierigheid en de wens om nieuws te ontdekken waren de motor van het paddenstoelenplantproject. Dankzij de steun van enkele ouders en een deskundige van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Voedsel en natuurlijk dankzij het enthousiasme van de kinderen begon de school met een experiment ‘paddenstoelen kweken’. 

Het project was verdeeld in drie fasen binnen de school en een vierde bij de kinderen thuis. 

Eerst bereidden de kinderen het substraat. “Olotes” (het hart van een maïs) werd in kleine stukjes gesneden en gereinigd. 

Ten tweede werd het substraat gesteriliseerd in een soort van kalkblad.  

Ten derde plaatsten de kinderen de maïskernen in een plastic zak waar het zaad van de schimmel (Zetas of oesters) al was toegevoegd. 

Het werd opgeslagen in een klein magazijn dat de juiste vochtigheid en licht had. 

Gedurende de zes volgende weken was elk van de studenten verantwoordelijk voor het water geven van de substraatzak, dit eenmaal per week. Het enthousiasme van de kinderen was duidelijk te zien, omdat de vooruitgang van het project elke week werd beoordeeld. 

In de laatste fase werd een selectie gemaakt van de substraatzakken die al door de schimmels waren “gekoloniseerd”.  

Goede zakken werden naar de huizen van elk kind gebracht voor hun laatste zorg en een wekelijkse beurt water. Degenen die te laat waren, bleven nog een week in het magazijn.  

Uiteindelijk hadden heel wat leerlingen een mooie oogst, buen proveche! 

Tekst van Sonia en José (Leraressen van het 6^eleerjaar)